Cole Porter bracht nieuwe normen in de Amerikaanse muziek. Zijn leven komt overeen met zijn liedjes: opgewekt, cynisch, wereldwijs, geestig en elegant. In New York, Hollywood, Parijs en Venetië bepaalt hij in de Twenties en Thirties de smaak en de mode; hij is bevriend met Cary Grant, Pablo Picasso, Fred Astaire, Ernest Hemingway en Noel Coward.
Het enig kind van rijke komaf is tien jaar als zijn eerste compositie wordt gepubliceerd: The Bob‑O‑Link Waltz. Op de universiteit vermaakt hij zijn medestudenten als zanger/pianist. In 1916 wordt zijn eerste Broadway musical, wegens gebrek aan succes, na vijftien voorstellingen gestopt. Hij zeilt naar Europa en vertelt later dat hij in het Vreemdelingenlegioen is geweest. In werkelijkheid is hij een fuifnummer, een graag geziene gast op bruiloften en chique parties, die bij voorkeur zijn koffie drinkt in het Parijse Ritz Hotel. Daar ontmoet hij de beeldschone Linda Lee Thomas, een wereldberoemd fotomodel, waarmee de homosexuele Cole in 1919 in het huwelijk treedt. Ze wonen tot eind twintiger jaren in Parijs. Het is Linda die hem voortdurend aanmoedigt liedjes te schrijven.
Op advies van Irving Berlin gaat Cole weer in New York wonen. Het resulteert in de successen Let’s Do It (1928), Love For Sale (1930), Night And Day (1932) en zijn eerste grote musical succes Anything Goes (1934). Andere wereldsuccessen volgen: I Get A Kick Out Of You, Don’t Fence Me In, Begin The Beguine, My Heart Belongs To Daddy …
Porter gaat om met de grootten der aarde, staat bekend om zijn elegante kleding, rookt onophoudelijk en drinkt met mate; voor het eten meestal een whisky en op party’s champagne. In 1937 valt hij van zijn paard, waarbij beide benen worden verbrijzeld. Meer dan 30 operaties volgen. Zijn (professionele) leven wordt er echter niet door aangetast. Ook in de jaren veertig is er een constante produktie waaronder zijn allergrootste succes: de musical Kiss Me, Kate (1948).
Zijn laatste Broadway successen heeft hij met Can‑Can (1953) waarin I Love Paris, zijn jubelzang op zijn favoriete stad, Silk Stockings (1955) en de film High Society (1956), die nog de wereldhit True Love opleverde. Zijn muziek is altijd blijven voortbestaan bij het publiek. Nieuwe generaties artiesten nemen zijn liedjes op hun repertoire en regelmatig worden zijn shows wereldwijd opgevoerd.